‘Ook 2021 wordt een zwaar jaar voor auto-industrie’

EINDHOVEN – De Chinezen komen. Aangetrokken door de vele laadpalen én subsidies van de overheid lanceren ze hun elektrische merken bijvoorbeeld in Noorwegen maar ook in Nederland. En dat biedt kansen voor innovatieve bedrijven in de autosector, zegt Albie van Buel, de kersverse voorman van RAI Automotive Industry NL.

Het is net als met mondkapjes. Als je die niet zelf maakt, heb je een probleem als er een pandemie uitbreekt. Dat maakte de coronacrisis pijnlijk duidelijk. Met auto’s is het niet anders. Want niet alleen stortte de vraag naar nieuwe voertuigen in, ook de toeleveringsketen in Europa liep vast tijdens de coronacrisis. ,,De autosector moet minder afhankelijk worden van de intercontinentale toeleveringsketen.”

Dat zegt Albie van Buel (61), de nieuwe directeur van RAI Automotive Industry NL, dat kantoor houdt op de Helmondse Automotive Campus. Gezien de snelheid waarmee elektrische auto’s de markt overspoelen, zou Nederland op termijn ook een batterijfabriek moeten kunnen herbergen, meent Van Buel. In Duitsland bouwt Opel in Kaiserslautern zo’n fabriek, in Berlijn komt die van Tesla.

Overstap

De geboren Eindhovenaar trad op 1 januari aan bij de RAI waar hij het stokje overnam van Leo Kusters. Van Buel was inkoopbaas bij Volvo in Zweden en zat in de raad van bestuur van de autobouwer op het hoofdkwartier in Göteborg. Maar voor Albie van Buel begon het allemaal bij Volvo in Helmond, in de tijd dat het merk van de Volvo 330 en 340 naar de 400-serie overging. Daarna stapt hij over naar de windindustrie. Na 35 jaar is hij als voorman van RAI Automotive Industry NL weer terug op de plek waar het allemaal begon.

Het doel van het RAI-onderdeel is om de innovatie van ondernemers en instellingen te versnellen bij de duurzame ontwikkeling en de productie in de auto- en truckindustrie. Eigenlijk is Van Buel daarmee het ‘groene oliemannetje’ van de DAF’s, VDL’s en NXP’s van de regio. Want dergelijke bedrijven behoren tot de 200 leden van het platform. Die producenten en toeleveranciers spelen een belangrijke rol in de Nederlandse auto-industrie, die naar schatting goed is voor een slordige 20 miljard euro aan omzet, becijferden ING-economen onlangs.

Terugval

De Nederlandse automotive-sector biedt werk aan 40.000 tot 45.000 mensen. Bedrijven hebben in de zomer tijdelijke krachten ontslagen om de terugval in omzet op te vangen. Bij veel ondernemingen is een kwart tot bijna een derde werkzaam als tijdelijke kracht. En Van Buel is duidelijk: ,,Covid-19 heeft voor een flinke deuk in de omzet gezorgd. Ook dit jaar wordt een zwaar jaar voor de automotive sector. Al is er ook sprake van licht herstel.”

Van Buel wil duurzame innovatie stimuleren en zet daarbij onder meer in op slimme en groene mobiliteit zoals waterstof, al beschouwt hij de ontwikkeling van brandstofcelauto’s als iets van de langere adem. Desalniettemin verwacht hij dat de techniek over tien jaar prima kan wedijveren met die van elektrische auto’s. Ook kunnen bedrijven in de regio een belangrijke rol spelen bij ontwikkelingen van Aziatische producenten en natuurlijk Franse en Duitse autofabrikanten.

Van Buel: ,,Er zijn nu zo’n 25 Chinese fabrikanten van elektrische auto’s. Die komen onder meer via Noorwegen Europa binnen. Maar ook via Nederland.” Zo vestigde het Europese hoofdkantoor van MG’s moederbedrijf SAIC Motors zich in Nederland. ,,Dergelijke merken kunnen profiteren van Nederlandse innovaties. We moet een hub kunnen vormen voor Europa.”